Olijfplukken en Sinterklaassurprises - Reisverslag uit Lissabon, Portugal van Jasper Amarins - WaarBenJij.nu Olijfplukken en Sinterklaassurprises - Reisverslag uit Lissabon, Portugal van Jasper Amarins - WaarBenJij.nu

Olijfplukken en Sinterklaassurprises

Door: Jasper

Blijf op de hoogte en volg Jasper

16 December 2017 | Portugal, Lissabon

We zijn aangekomen in Santiago de Compostela, gelegen in de uiterste noord-westerhoek van Spanje. Santiago is het Mekka voor eenieder die zichzelf wandelaar wilt noemen, vanuit de hele wereld komen mensen de befaamde stad te voet bezoeken. De paden ernaartoe zijn geplaveid met vergulden schelpen, en alles in de stad zelf staat ook in teken van de Sint-Jacobsschelp (Sant-Iago staat, volgens online orakel Google, dan ook voor Sint-Jacob). Het slechte weer in de Spaanse stad weerhoudt de vele wandelaars die we aantreffen er niet van hun doel te bereiken; vermoeide, voldane en tevreden gezichten treffen we aan onder overvolle backpacks, bijgestaan door wandelstokken in alle vormen en maten. Na een verkenningstocht door de stad, met de stokoude bulldog Mosh in haar karretje, trekken we door naar Sanxenxo (spreek uit: Sansjensjo), gelegen op een klein schiereiland een paar steenworpen van de Portugese grens. Net toen de Spaanse lessen op de app Duolingo hun vruchten af begonnen te werpen, was het tijd om Portugal van noord naar zuid te verkennen, waar de mensen toch echt Portugees spreken, en dat lijkt toch echt voor geen meter op Spaans. Oké, misschien voor een halve meter, maar daar houdt het wel bij op.
We kwamen Portugal binnen bij het Nationaal Park Peneda-Geres, waar we een aantal prachtige watervallen bezochten, uiteraard met de complementaire douchebeurt in de ijskoude maar kraakheldere poeltjes onder de waterval. Tijdens het opdrogen kwam een Portugese wandelaar ons even vergezellen, hij gaf ons wat tips voor in het zuiden van het land en liet ons typisch Portugese gerechten proeven. Vlak voor hij zijn tocht vervolgde vertelde hij nog even dat de in een punt geslepen wandelstok die hij bij zich had bedoeld was om de wolven die in dat gebied leven op afstand te houden. Succes vriend!
Na het natuurgebied stond Porto op de planning, een prachtige en toeristische havenstad die wordt gesplitst door de rivier de Douro. De weg ernaartoe was adembenemend en grimmig tegelijk. We reden namelijk door een gebied dat drie weken ervoor werd geteisterd door hevige bosbranden. Bijna een uur lang reden we door heuvelachtig gebied dat ooit groen en levend was, maar waar nu de zwartgeblakerde overblijfselen van de bossen aangetroffen werden. En dan te bedenken dat meer dan driekwart van de branden in Portugal doelbewust zijn aangestoken.
Aangekomen in Porto werden we voor het eerst getrakteerd op de ongekende schoonheid van de Portugese zonsondergangen, waarbij de knalblauwe lucht in rap tempo plaats maakt voor een diversiteit aan pastelkleuren die je normaal alleen in de make-uptrommel van je vriendin ziet. Uiteraard zijn die avond de nodige flessen port naar binnen gewerkt, en placebo-effect of niet, ze waren lekkerder dan de huisport van de Appie. Na zonsopgang vond dagelijks hetzelfde tafereel plaats op de camperplek aan de rivier: rond een uur of tien kwam een oud mannetje, met gereedschap net zo krakkemikkig als zijn vege lijf, timmeren aan een houten roeibootje die mogelijk nog ouder is dan hijzelf. Een paar uur later kwamen de luidruchtige maar oergezellige hangouderen vanuit de buurt tezamen om bloedfanatiek te dammen onder het genot van een jointje en een drankje, terwijl ze vergeefse tips schreeuwden naar de oude zeeman.
Na Porto en een handjevol kustplaatsen bezocht te hebben namen we een afslag naar links, het binnenland van Portugal in. Hier bezochten we eerst het dorpje Piodao, waarvan alle huizen en straten compleet gemaakt zijn van leisteen. Wat een belevenis. Nee maar echt.
De nicht van Anais’ schoonzus woont samen met haar vriend en hun dochtertje van één jaar oud in het kleine dorpje Meda de Mouros. Althans, dat deden ze. Ze zijn een half jaar bezig geweest met het bouwen van hun eigen yurt, een Mongoolse nomadentent, om permanent in te wonen. Toen deze bijna af was, werden ze getroffen door de bosbranden en zijn daarbij alles verloren. Ze verblijven nu bij Mona en Peter, een ouder Nederlands echtpaar, tot ze alles weer voor elkaar hebben. Wij spraken met ze af en hebben drie dagen geholpen met olijven plukken in de tuin van Mona en Peter en met mimosa-bomen die de brand enigszins hebben overleefd verzamelen voor de bouw van de nieuwe yurt. Mooi om te zien hoe mensen die werkelijk alles in vlammen op hebben zien gaan zo positief kunnen blijven.
Even ten zuidwesten van Meda de Mouros ligt Nazaré, waar voor sommige waaghalzen de ultieme surfervaring te beleven valt. In Nazaré zijn, dankzij een soort canyon-vorming op de bodem van de Atlantische oceaan, de hoogste golven van de wereld te meten, waarbij sommige golven boven de dertig meter uittorenen! Hier moeten uiteraard wel alle omstandigheden perfect voor zijn, en dat waren ze niet, dus keken wij uit over een spiegelgladde oceaan en moesten we het doen met verbluffend beeldmateriaal in het museum op de klif. In dit museum hangen ook de surf- en bodyboards van de helden en heldin die de ‘big waves’ overleefd hebben, met daarbij hun verhaal.
Op de klif troffen we het nagenoeg identieke broertje aan van onze Transit, horend bij het Nederlandse stel Jennifer en Robin. Uiteraard was de klik er gelijk, al was het alleen al om de sublieme camperkeuze, en we hebben twee dagen samen gespendeerd.
We reden door naar Ericeira waar we weer meetten met onze Duitse vrienden Sven en Anna voor een surfsessie. Voor mij werd helaas pijnlijk duidelijk dat surfen er met mijn rugverleden niet inzit zonder twee dagen last, maar Amarins heeft het surfvirus te pakken en is na het opdrogen gelijk op zoek gegaan naar een tweedehands surfboard, die we een week later op konden halen iets ten noorden van de hoofdstad Lissabon. Maar eerst wachtte ons goed gezelschap in de hoofdstad zelf; Moises, Lotte, Melijn en Arne kwamen ons een weekje vergezellen vanuit Nederland. Ze huurden twee campers en installeerden Zello, een walkie-talkie-app, op hun telefoon, wat resulteerde in een continue stroom van zin en onzin die door de telefoons schelde. Na een magere eerste kampeerplek in Lissabon, naast een enorm cruiseschip die ’s nachts niet gewoon effe z’n bek kon houden, zijn we doorgesneld naar Evora. Een bezoekje aan de ‘bone chapel’ maakte dit het zeker waard. De naam verraadt het al een beetje, het betrof een kapel waarvan de muren en het plafond artistiek zijn behangen met duizenden botten en schedels van (hopelijk) vrijwilligers.
We verlieten de stad en kwamen uit op een klif van tientallen meters hoog, uitkijkend over de woeste oceaan. Hier kwamen we net op tijd aan om de koperen ploert in de zee te zien zakken, een magisch moment om met z’n allen te beleven. De campers werden vakkundig in ruitvorm neergezet zodat het binnenpleintje zich uitstekend leende voor een kampvuur, waarna de drankjes vloeiden alsof het onze laatste dag op aard was. We besloten er nog een dagje aan vast te plakken op het klif, waarna we naar een volgend kustplaatsje reden. Hier begonnen onze vrienden langzaamaan te wennen aan het camperleven; de douche werd ingewisseld voor de zee en het toilet voor de duinen.
De laatste dag van onze vrienden in Portugal, voordat zij weer zouden vertrekken naar Nederland, werd bekroond met een tapasdiner in Setubal, waarna het afscheid pijnlijk was.
De volgende dag reden Amarins en ik via Amadora naar Lissabon. In Amadora haalden we Amarins’ surfboard op, die ze voor een scherp prijsje op de kop heeft getikt, zoals het een rassnaaier betaamt. In Lissabon meetten we die avond met Richard, een oud-collega van Amarins én met Dion, een Australische vent die we vier en een half jaar geleden op een eiland in Maleisië hebben leren kennen. Dion is bootmonteur en heeft de afgelopen negen maanden in Zambia gewerkt, waar hij nu vriendelijk verzocht werd om op te bokken omdat hij te diep in het glaasje heeft gekeken achter het stuur. Hij doet in ieder geval zijn tatoeage op zijn rug, waar in koeienletters MAD HABBITS staat, eer aan.
Dion liftte mee naar Peniche, een iets noordelijker gelegen surfersplaatsje, waar zijn trouwe Polo stond. Deze heeft hij een jaar geleden gekocht om er de Mongol Rally in te rijden, een tocht van zo’n 35.000km van Engeland naar Mongolië en weer terug, dwars door landen als Kazachstan, Rusland en België. Peniche was zijn tweede uitvalsbasis; als hij niet aan het sleutelen was in Zambia genoot hij van happy hour bij de plaatselijke supermarkt, rondcrossen in zijn doorleefde vehikel en vooral heel hard genieten van het leven. De dagen in Peniche stonden in het teken van surfen, skaten en heel veel zuipen met al het geweldige volk dat het dorp rijk is. Vreemd genoeg begon elke avond bij happy hour, waar 95 cent (pak ‘m beet 210 guldencent) ingewisseld kon worden voor twee biertjes. Hier leerden we een hoop kleurrijke figuren kennen die we na de reis zeker nog een keer op gaan zoeken.
Onze paden kruisten nog eenmaal met die van Sven en Anna, die na deze dag als de wiedeweerga richting Oostenrijk gingen, waarna Amarins en ik naar Lissabon reden. We zouden de strakblauwe luchten en gematigd warme temperaturen een paar dagen inwisselen voor strakgrijze luchten en fikse sneeuwbuien. Mijn zus Jasmijn heeft er een maand geleden een baby uitgedrukt, die we natuurlijk even met eigen ogen moesten bekijken. Met dank aan mijn lieve moedertje, die de vliegtickets heeft gesponsord in ruil voor wat arbeid in en om het huis, zijn we een paar dagen naar Aachen en Zoetermeer gegaan. In Aachen hebben we Jasmijn en Thomas verrast, kleine Melle vastgehouden en een Sinterklaasavond gehouden, in Zoetermeer kon ik het niet laten om nog wat frisbeest te smijten in de sneeuwbui met dierbare vrienden, en is Amarins’ familie ook nog langsgekomen.
Nederland bleek niet het enige land met code rood, want toen we rond noen weer in Lissabon zouden landen, bleken de omstandigheden te heftig, waardoor we naar Faro vlogen. Zes uur later dan gepland, maar voldaan en blij om weer in Portugal te zijn, kwamen we uiteindelijk aan bij ons trouwe campertje. Met twee maanden en zo’n 7000km achter de rug zijn we pas op een derde, en we zijn helemaal klaar voor wat de reis ons nog meer te bieden heeft. Volgende keer meer. Kus van ons.

  • 16 December 2017 - 14:35

    Oli4:

    Kazachstan, Rusland en België. Ooh snap!!

  • 16 December 2017 - 22:40

    Mama Roos:

    Weer een fantastisch verhaal

  • 16 December 2017 - 22:46

    Bruno:

    Yo mooi man genieten is t motto waar je nooit genoeg uit kan slepen

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jasper

Actief sinds 23 Okt. 2017
Verslag gelezen: 1026
Totaal aantal bezoekers 8755

Voorgaande reizen:

08 Oktober 2017 - 15 April 2018

Eurotrip 2017/2018

Landen bezocht: